schetst en verklaart twee manieren waarop het etnocentrisch curriculum in het onderwijs kan functioneren.

de term “etnocentrisch” verwijst naar een houding of beleid waarbij voorrang wordt gegeven aan de cultuur en het standpunt van een bepaalde etnische groep, zonder rekening te houden met andere. De cultuur die overheerst wordt door de meeste scholen overgenomen. Veel sociologen zien het etnocentrische curriculum als een goed voorbeeld van institutioneel racisme omdat het een alledaagse raciale vooringenomenheid opbouwt in de alledaagse werking van scholen en hogescholen.
een manier waarop het etnocentrisch curriculum kan werken is door middel van taal en literatuur. Troyna en Williams beweren dat er een gebrek aan Aziatische talen (zoals Hindi) wordt onderwezen in vergelijking met Europese talen (zoals Frans en Spaans). Daarnaast beschrijft David (1993) het nationale Curriculum als een ‘specifiek Brits’ curriculum dat niet-Europese talen, literatuur en muziek grotendeels negeert.
verder stelt Ball (1994) dat het nationale Curriculum etnische diversiteit negeert, omdat het een houding van ‘weinig Englandisme’ bevordert – waarbij het de geschiedenis van het onderwerp bekritiseert. Het geschiedeniscurriculum probeert een ‘mythisch tijdperk van rijk en verleden glorie’ te herscheppen, terwijl de geschiedenis van zwarte en Aziatische mensen wordt genegeerd.

Leave a Reply